Esther Plante, directeur-bestuurder

‘Kijk, ik kom niet vaak bij mensen op hun kamer, ik maak niet hun echte einde, snik of adem mee. Mantelzorgers zie ik wel. Ze lopen bij je binnen met een vraag, maar dat is vaak een verkapte manier om iets te bespreken. Het raakt me iedere keer weer; hun verdriet, zorg en overspannenheid en de verlichting die ze ondervinden omdat we het hier gemakkelijker voor ze maken.’

Esther PlanteAls directeur moet je snappen wat je vrijwilligers mee krijgen

‘Daarom deed ik mee aan de introductiecursus voor vrijwilligers, toen ik zo’n anderhalf jaar geleden hier begon. In die cursus voelde ik pas echt hoe het is als je alles moet achterlaten. We moesten op kaartjes schrijven wat je dierbaar is. In mijn geval is dat mijn zelfstandigheid, mijn onafhankelijkheid. En toen pakten ze dat kaartje weg! Zomaar! Wat dóe je, dit is van míj! Toen voelde ik het; de onafhankelijkheid die je moet opgeven als je terminaal bent. Kippenvel!’

We zijn er voor iedereen

‘Daar sta ik voor. Wij maken geen onderscheid, ook al is een bewoner misschien wel veeleisend. Niet voor de een harder lopen dan voor de ander. Als je veel te veel drinkt en het allemaal niet meezit in je leven, en je op die manier hier terecht komt, ben je ook welkom. Mits het kan qua zorgzwaarte natuurlijk. Het gaat er niet om wat wíj ervan vinden. Ook bij euthanasie, een onderwerp dat veel mensen ingewikkeld vinden. Als iemand dat wil, gaan we er alles aan doen om uit te voeren wat de wet mogelijk maakt. Hoe ik als individu daar tegenaan kijk doet er niet toe.’

Mankerende ouderenzorg

‘We hebben niet te klagen over doorverwijzingen. Bij huisartsen en andere verwijzers zoals het transferteam van Bernhoven staan we op het netvlies. Alleen mag het bij de gewone Ossenaar nog wat beter doorkomen. Soms wordt er pas laat om een inzet voor Zorg Thuis gevraagd en denken we, was daar nou eerder mee gekomen! In de terminale zorg is nog genoeg te doen, bijvoorbeeld inzet voor een wake ‘s nachts in tehuizen. En als iemand erg ziek is en af en toe gezelschap wil zodat de mantelzorger even weg kan? Dat is eigenlijk respijtzorg maar we doen het soms wel, al krijgen we daar geen subsidie voor. Je mag best de randjes opzoeken.

Het gebeurt dat mensen met een terminale indicatie hier opknappen en dan zijn we dus iemand aan het oplappen. Je moet dan lastige keuzes maken. Het frustreert me dat iemand hier van zijn plek moet want onze primaire functie is voor mensen die komen sterven. Ik wou dat ik invloed op de ouderenzorg had! Er is nu een kamerbrief uit waarin meer aandacht en meer geld wordt gevraagd voor de palliatieve fase. Dat gaat er gelukkig komen.’

Wij zijn een echte vrijwilligersorganisatie

‘Om zo’n organisatie draaiende te houden is meer nodig dan hier of thuis voor zieken zorgen. Wat denk je van klussen die bij een huishouden horen, die grote tuin onderhouden, werkroosters rond aken, zo’n website bouwen en beheren, PR materiaal en weet ik nog meer. Dat gebeurt hier allemaal door vrijwilligers, dat vind ik zo supertof.’

Me inzetten in mijn eigen woonplaats

‘Laatst kwam een nieuwe bewoonster hier kijken. Ze vond het heel moeilijk, zat helemaal in zichzelf in haar rolstoel en gaf geen sjoege. Er was geen contact mogelijk. Toen we op het terras zaten kwam een vrijwilligster vragen of we nog koffie wilden. Mevrouw veerde op uit de rolstoel en riep “Ja!” Onze vrijwilligster bleek haar te kennen: “Ach Annie-ke toch, komde gij hier?” Je zag mevrouw ontspannen en toen kwamen de verhalen, ze “landde”. Mensen zoeken naar iets bekends, iets vertrouwds. Dat spreekt me aan en was voor mij ook een reden om dit werk in Oss te doen, voor onze eigen mensen.’