Mientje van Rosmalen
Mijn man Sjaak had vasculaire dementie en hersenbloedingen. En later longkanker, daar was niets meer aan te doen. Hij werd kortademig en had geen zin meer in eten en drinken. Twee keer per week kwam de Thuiszorg hem wassen. Dan kon ik even weg naar de winkel maar dat was het dan wel. Op woensdagmiddag als ik ging line-dansen had ik hulp van Home Instead. Daar kwam een middag bij om boodschappen te doen, en ééns in de maand een avond om met een groepje te gaan dansen. ‘Dat heeft ze ook nodig’, zei Sjaak tegen de vrouw die kwam oppassen. Bij Home Instead betaal je een eigen bijdrage, afhankelijk van je inkomen.
Op het laatst was ik dag en nacht met hem bezig
Van slapen kwam voor mij weinig. Sjaak wou niet van huis weg. Als ik maar in de buurt bleef, was het prima. Het was altijd onze grote schrik geweest om later in een verpleegtehuis met een lepeltje gevoerd te moeten worden. ‘Kan hij niet naar Oase’, vroeg ik, ‘dan kan ik bij hem blijven.’ Ik wist dat omdat mijn broer daar had gelegen. Maar Sjaak had teveel zorg nodig om in het Hospice terecht te kunnen. Hij werd nachts steeds onrustiger en moest vaak naar de wc en zo. Hij sliep in de woonkamer en is twee keer ’s nachts gevallen. Toen heb ik zijn zoon gebeld en gezegd: ‘ik red het niet meer.’ Vanaf dan kwam alles in een stroomversnelling. Thuiswaken van Oase werd ingeschakeld.
Voor het eerst had ik ‘s nachts geen zorgen meer
De vrijwilligster van Thuiswaken kwam om een uur of 11 ’s avonds. ‘Ga jij maar lekker slapen’, zei ze en ze ging bij Sjaak zitten. En ik zeg: ‘Daar is de keuken, die is voor iedereen hetzelfde dus pak maar wat je nodig hebt.’ Sjaak werd nog even wakker, ik wou naar hem toe gaan maar ze zei: ‘Nee mevrouw, blijft u maar lekker liggen, ik zorg voor Sjaak’, en ze hielp hem naar toilet. Die eerste nacht dat ze hier was heb ik nergens van geweten en als een blok geslapen. We hebben verschillende heel lieve vrijwilligers hier gehad, ’s nachts en ook soms ook ‘overdag.
Ik had het anders niet gered
Ik heb gedaan wat voor hem het beste was. Ik wilde dat Sjaak niet meer hoefde te lijden. In overleg met de huisarts en de familie is toen besloten dat Sjaak een morfinepomp zou krijgen. Hij is op 23 juli ‘s middags om een uur of 4 overleden. Zijn jongste zoon en ik waren daar bij. Zijn zoon zei: ‘Laat het maar pap, laat het maar, het is goed geweest zo.’ Hij is toen heel rustig overleden. Op mijn kalender zie ik al die namen nog staan, van Brabant Zorg, Home Instead en van Oase. Al die beroepskrachten en vrijwilligers die kwamen helpen, ik kan niet beschrijven wat voor opluchting dat was. Ze komen bij je binnen, weten waar ze over praten en pakken aan. No nonsens. Geweldig. Door hen heb ik het tot het einde toe vol kunnen houden en kon Sjaak thuis blijven.