Eddy Berkelaar

‘Ze was niet eens míjn schoonmoeder maar van mijn vrouw, de moeder van haar overleden man. Vanaf dat ik in de familie was, klikte het en beschouwde ze me als haar zoon. Ik ging met haar naar het ziekenhuis als dat nodig was. Tot het laatst heeft ze mijn vrouw en mij als haar kinderen gezien. Ze heeft hier een kleine vier weken gelegen en een rustig uiteinde gevonden. Haar dood was echt een verlies, maar aan de andere kant, als iemand van 96 overlijdt heb je er vrede mee.’

Eddy BerkelaarVeel huiselijker dan we verwacht hadden

‘Mijn schoonmoeder heeft vanaf de eerste dag geaccepteerd dat ze voortaan hier woonde. Wij vonden het hier goed, er is prima zorg maar het is niet medisch zeg maar.

En toegankelijk; ondanks Covid mochten we met tweeën op bezoek komen. Je hebt rust, kunt naar huis gaan en weet dat er goed voor haar wordt gezorgd. Als het nodig is word je gebeld, dat gebeurde op 1e kerstdag ook, kom maar deze kant op want het gaat niet goed. Ze kwam er weer bovenop. De tweede keer dat we een telefoontje kregen was kort voor haar overlijden. Die laatste dag zijn wij hier gebleven, we wisten toen dat het eindig was.’

Beseffen waar het in het leven écht om gaat

‘Vroeger zei ik altijd, als ik later niet meer werk wil ik wel een hospice in. Toen we zes weken na haar overlijden een nagesprek hadden over hoe wij het hier hadden ervaren dacht ik, als ik me nu niet opgeef als vrijwilliger, komt het er misschien nooit van. Kort daarna ben ik hier begonnen.

Ik heb een baan waarvoor ik minimaal 40 uur per week bezig ben en het is in mijn business meestal hectisch. Dat ik voor mensen kan zorgen heb ik altijd in mij gehad. Je leert hier relativeren en komt er achter waar het écht om gaat!

Ik werk één dagdeel in de week en af en toe een tweede, in weekends en op avonden. Dinsdagavond kan ik thuis televisie kijken of hier in Oase werken, en dit laatste geeft me voldoening. De avonddienst is vaak een oase van rust. Soms heb je bijna niets te doen, op andere avonden heb je het druk. Maar het vliegt altijd voorbij.’

Het is hier minder verdrietig dan veel mensen denken

‘Ze denken vaak, bij het hospice is het een en al ellende. Maar ik vind het absoluut niet zwaar. Ik kom met plezier en ga met plezier weg. Als je zegt; ik heb gisteren hier toch gelachen, staan mensen vaak raar te kijken. Ik heb weleens muziek opgezet, twee bewoners zongen mee en even later stond zelfs de thuiszorg te dansen!

Ik hou van humor en vind het leuk om met een grapje een zware sfeer te veranderen, draaglijker te maken, zeker voor de familie. Ik voel wel aan wanneer dat kan. Het is fijn als je merkt dat de situatie daardoor luchtiger wordt.

Natuurlijk houdt wat je hier meemaakt je bezig, maar ik neem het verdriet niet mee naar huis. Er moet een scheiding zijn tussen het werk in Oase en je privé.’

Vrijwilligers met ervaring in de zorg en mensen die van elders komen.

‘Het is goed om die twee werelden in huis te hebben. Dat geldt ook voor vrouwen en mannen. Er zijn meer vrouwen hier, maar het aantal mannen neemt toe. Er zijn bewoners die graag door een vrouw geholpen worden, en mannen hebben soms liever een man. Als dat een beetje in balans is, is dat voor alle partijen goed. Ik denk dat een vrijwilliger die hier komt werken dicht bij zichzelf moet blijven. Alle kwaliteiten die je meebrengt kunnen hier worden ingezet. Dat is de kracht van de diversiteit in het team in Oase.’