Esther van der Ven

‘Ik werk bij Pantein in de verpleging als Verzorgende IG (individuele gezondheid), in het hospice en bij mensen die thuis wonen. Dit is helemaal mijn ding, ik kan er mijn ei kwijt. Het doet mij goed om in het laatste stukje van iemands leven iets te kunnen bieden. Het comfort, de kwaliteit van leven, dat iemand nog een mooie dag heeft.’

EstherEen dag op het hospice begint met een rondje langs alle kamers

‘Dan spreek ik met de mensen af hoe laat ze de zorg willen want ik vind het belangrijk dat dit op hun moment gebeurt. Ik hou er rekening mee als iemand bijvoorbeeld een heilige mis op TV wil zien of vroeg bezoek krijgt. Als het nodig is vraag ik of het goed is dat een vrijwilliger meehelpt bij het wassen en bed verschonen. ‘s Ochtend ben ik hier enkele uren bezig. Ik kom een paar keer per dag terug, zo vaak als nodig voor medicatie, morfine, pijnbestrijding, wisselligging. En als er iets dringends is, dan moet je de situatie inschatten, zo nodig huisarts en familie bellen en rust proberen te brengen.

Ik wil de steun zijn voor degenen die hier als vrijwilliger staat. We doen het samen. Als ik bereikbaarheidsdienst heb kunnen ze me oproepen, ook in het weekend. Ik probeer er altijd binnen 20 minuten te zijn en als het heel hard nauwt kijk ik of er een collega in de buurt is die er nog sneller kan zijn. Als je ergens mee zit moet je bellen, hoop ik uit te stralen.’

Uitvogelen hoe iemand in elkaar zit en dat volgen

‘Een bewoner wilde graag klassieke muziek bij de verzorging dus dat zet ik dan op. En we hadden een mevrouw die er mooi wilde uitzien als ze bediend zou worden. Ik zei: “Ik kom er voor terug en trek jou je mooiste kleren aan”, de vrijwilligster had bloemetjes geplukt, een ander hielp met de haren netjes doen, lippenstift op en ze zag er uit om door een ringetje te halen. Zo is ze rustig haar bediening ingegaan, gelukkig met zoiets simpels. Daar doe ik het voor.’

Ik vind het belangrijk dat iemand de rust kan vinden om te sterven

‘Een bewoner vroeg: “Wanneer komt het moment van palliatieve sedatie?”

Ik zei: “Dat kan ik niet invullen, vaak verleggen mensen hun grenzen.”

“Dat zal ik wel niet kunnen”, antwoordde ze.

Toen het bijna zover was zei ze: “Deze grens heb jij bedoeld hè, ik had niet gedacht dat ik zoveel grenzen kon verleggen.”

Toen kwamen de tranen. Het was ’s ochtends 8 uur, en ik had eigenlijk geen tijd maar ik ben gaan zitten en dacht, dit is haar moment. Wat heeft ze nodig, hoe leid ik haar naar die kant toe? Ik ben geen huisarts maar ik kan wel luisteren.’

Afscheid nemen doe je maar één keer

‘Een client vertelt soms heel persoonlijke dingen, dat ga ik niet terugspelen naar de familie, maar ik kan wel vragen hoe het met hen gaat. Soms kun je kleine dingen voorzichtig bespreekbaar maken, dat wat nog afgesloten moet worden. Als er gesedeerd wordt, leg ik de familie uit wat dat inhoudt, dat iemand nog wakker kan worden of rochelt en dat dat niks aparts is. Dan schrikken mensen niet zo gauw. Ik vertel ook wat er op je afkomt als iemand overleden is. Ik vraag of hun dierbare er mooi bij ligt en of ze goed afscheid kunnen nemen. Het is zo mooi als mensen dat met je willen delen.’