Marlène van Doorm, vrijwilligster bij Hospice Oase

‘Ik wilde na mijn pensioen iets met kindertjes doen en begon op een lagere school maar dat viel een beetje tegen. Toen sprak ik toevallig iemand die dit vrijwilligerswerk deed en ik dacht dat is ook goed, niet van dit wil ik per se maar gewoon ook goed. Nu doe ik dit langer dan tien jaar, zo leuk is het werk en om bij die organisatie te horen. Je zorgt ervoor dat hier mensen kunnen verblijven met wie je het leuk kunt hebben. Je krijgt er veel collega’s bij met verschillende achtergronden, heel blikverruimend!’

MarleneDeprimerend en verdrietig?

‘Nou dat had je gedacht! Natuurlijk is er verdriet maar deze fase is ook mooi. Ik ga naar huis met bijzondere verhalen, ik geniet van mijn baan maar het confronteert me wel. Soms als mensen dood gaan is dat prima, het einde van hun leven, dat gaat iedereen gebeuren. Het is mooi als je dat kunt accepteren, maar ik snap het ook als mensen dat niet kunnen. Dan denk ik, natuurlijk, je hebt gelijk. Of iemand jong is, is niet het belangrijkst. Ook als je ouder bent kun je het jammer vinden om te gaan. Dan denk ik, jeetje wie weet hoe ík straks ben.’

Wat als ík in zo’n situatie kom?

‘Dan gaat iemand anders mijn billen afvegen, hoe naar moet dat zijn. Ik vind het totaal niet erg om dat te doen maar ik voel het ongemak bij hen. Die mensen moeten incasseren zeg!

Je bent afwachtend en respecteert verschillen. Zo geef je inhoud aan het motto ‘er zijn’. De ene bewoner vindt het fijn om een praatje te maken maar voor die andere hoeft dat niet. Het is fijn als mensen leuk met je kunnen kletsen, of zeggen je hebt mijn eten goed klaargemaakt. Of vragen, mag ik met jou effentjes buiten een sigaretje gaan roken? En dat ze zich thuis voelen. Laatst kwam een meneer binnen, de partner van een bewoner. Hij wilde een kopje koffie maar wij, de vrijwilligers waren druk bezig elders. Zegt een bewoner in de huiskamer, ‘o ik weet hoe het apparaat werkt, ik zal even voor u een kopje koffie maken.’ Ik kom binnen, zie dat en denk geweldig! Mensen zijn gewoon hartelijk voor elkaar en gedragen zich of ze thuis zijn, mooi! Maar ja, niet iedereen moet natuurlijk die keuken in komen…’

Het gaat om het verhaal van de bewoner

‘Stervensbegeleiding zoals dat heet, is in eerste instantie voor familie, huisarts of zielzorger. En als jij dan daarnaast toevallig met iemand zo’n diepgaand gesprek hebt is dat een gunst, en word je toegelaten op een heel persoonlijk terrein.

Wij scheppen de mogelijkheid voor de familie om bij hun dierbare te zijn. Degene die hen binnenkort gaat verlaten. Je hoort van hen terug hoe fijn het is dat ze hier in en uit kunnen lopen en zich geen zorgen hoeven maken. Want er is altijd iemand in de buurt.’

Bescheidenheid

‘Ik werk ook nieuwe vrijwilligers in. Het eerste dat me daarbij te binnen schiet is bescheidenheid. Denk niet, ik ga daar heel gewichtig werk doen, nee, je gaat gewone dingen met mensen doen. Praten met ze, misschien een keer achter de rolstoel met ze mee naar Albert Heijn. En dat dan zo’n man die je voortduwt zegt; ‘geef mij de boodschappen maar op schoot.’ Je maakt zo’n lieve dingen mee met mensen.

Als ik langs het hospice fiets denk ik, fijn, er zijn er weer twee die het werk doen. We doen het echt samen. Ik zou zeggen, maak eens een afspraak als dit je aanspreekt en proef de sfeer!’